Uit de pen van de voorzitter

21 maart 2020

Wat een grote stappen worden er in ons land gemaakt!

Een paar dagen geleden wisten we nog niet wanneer we weer zouden gaan ballen, nu is er geen wedstrijdschema meer, geen wedstrijden meer om ons op te verheugen. Alle fysieke sporten zijn uit beeld geraakt.

Winkels sluiten, openbaar vervoer vermindert, vliegtuigen aan de grond. Hoeveel groter kan het worden?

Al mijn studenten waren op stage, daar is nog een enkeling van over. Ineens vinden we creatieve noodoplossingen. We gaan studenten die thuis zijn, op afstand lesgeven om zo alvast met het volgende studiejaar te beginnen en daar dan ruimte te creëren stagetijd in te kunnen halen. We spelen met de tijd.

We starten met anders te denken in de tijd, we zoeken nieuwe patronen en mogelijkheden om problemen op te lossen. Sterrenrestaurantmaaltijd die je thuis kunt gebruiken, Het Spiegelhuys dat alternatieven gerechten in ‘pop-up’ biedt, allerlei hulpgroepen die starten op Facebook. Maar ook las ik dat er een initiatief is om een soort tegoedbonnen te kopen en daarmee restaurants nu te helpen en er straks te gaan eten.

Het is belangrijk dat we om ons heen kijken en onze plaatselijke bedrijven iets voor ons te laten doen als dat kan. Daar een boodschap te halen, als dat kan. Dan zijn zíj er nog, wanneer alles weer ‘normaal’ wordt.

Het komt dichterbij, dat virus, steeds meer mensen raken besmet. Gisteren, donderdag, schrok ik op door de melding van een student, die vandaag gelukkig veel beter is. Maar er zullen ook trieste verhalen in de omgeving komen. De verpleeghuizen die zo goed als dicht zijn. Je ouders of opa en oma zullen er maar zitten. Frustratie en machteloosheid.

Zoek naar mogelijkheden voor andere emotionele steun: maak ouderwetse foto’s en stuur die op. Maak een collage voor aan de muur. Maak papieren bloemen. Stuur een videoboodschap.

Het zorgend personeel knokt gelukkig mee en heeft superinzet.
Sociale onthouding. Twee weken geleden kenden we het begrip niet, nu is het een krantenkop en leven we ernaar!

Laten we kijken naar wat wel kan. Fietsen is goed, begreep ik. Fietsen mag, niet in een peloton natuurlijk, gewoon alleen. Gisteren, donderdag, fietste ik na het werk even een rondje en kwam één van onze leden tegen. “Hoi, alles goed?” ”Ja, jij ook?” ”Ja” ”Doei!” En voorbij ben je. Dat bracht me op dit idee: Wat nou als je met je team een tijdstip en tijdsduur afspreekt en daarbinnen de fiets pakt, als je die hebt je clubsweater aantrekt en bijvoorbeeld zondag tussen 15-17.00 uur fietst tussen Fort Uitermeer en Sluis het Hemeltje. Of van sluis naar sluis, wat korter, zonder dichtbij te komen passeer je elkaar, zie je elkaar even en het zal best hilarisch zijn. Niet afstappen en een praatje gaan maken, dat werkt averechts! Iedereen even in beweging, dat is goed voor de afweer en elkaar even zien helpt ook.

Wanneer we weer meer mogen: denk eens mee over wat we kunnen organiseren? Evenement rondom het beachveld? Wie denkt mee?

Toekomst in beeld houden, iets om naar uit te kijken, wees wijs en houdt elkaar in de gaten, zowel vanwege de regels als vanuit betrokkenheid. Ter voorkoming van het eenzaamheidsvirus!

José Neering